Efficiënter machineparkbeheer met centrale vetsmering
De A11 - de nieuwe snelweg tussen de N31 in Brugge en de N49 in Westkapelle – is momenteel de meest uitgestrekte werf in België. Met een totale lengte van 12 kilometer verbetert hij de verbinding tussen de Zeehaven van Brugge en het binnenland. Niet alleen de realisatie van dit massief project is een huzarenstuk, ook de inzet van het aantal bouwmachines op deze werf is indrukwekkend en vraagt heel wat opvolging en aandacht. De betrokken bedrijven zorgen er dan ook voor dat het materieel optimaal wordt aangewend en onderhouden. Centrale vetsmering op de graafmachines past perfect in dit plaatje.
Ondernemingen Jan De Nul is binnen de projectvennootschap ‘Via A11’ een van de bedrijven die instaat voor de realisatie van het project. “Inclusief de hydrogeengroepen heeft het bedrijf hier meer dan honderd units operatio-neel. Ons totale machinepark is ongeveer 1200 units sterk, dus dat geeft al een goed beeld van de grootte van het project”, vertelt Peter Pauwels, materieelingenieur bij Ondernemingen Jan De Nul en verantwoordelijk voor het machinepark op de werf.
“Onze machinisten werken veelal niet op een vaste machine of werf”, aldus Peter Pauwels, hier links op de foto naast Berry van Spreeuwel van Groeneveld. “Daarom is het enorm belangrijk dat onze graafmachines continu voorzien worden van een vlotte smering.”
Parallel smeren
Onze machinisten werken veelal niet op een vaste machine of werf”, zegt Pauwels. “Daarom is het enorm belangrijk dat onze graafmachines, die doorgaans in zware en vrij natte omstandigheden werken, continu voorzien worden van een vlotte smering. Hiervoor werken we ondertussen al een tien-tal jaar samen met Groeneveld.”
Momenteel gebeurt de smering van de machines aan de hand van het parallelle Twin-systeem. De centrale vetsmering is op de in gebruik zijnde machines vanaf 35 T geïnstalleerd (voornamelijk Hitachi), en ook alle nieuwe machines vanaf 35 T worden standaard uitgerust. Binnen Ondernemin-gen Jan de Nul is parallel smeren een bewuste keuze. In tegenstelling tot progressieve systemen werkt het parallelle Twin-systeem met doseurs die steeds exact de juiste hoeveelheid vet leveren aan ieder smeerpunt. Mocht er onverhoopt een verstopping ontstaan, dan heeft dit slechts invloed op één smeerpunt in plaats van op de gehele installatie. ‘’Een ander bijkomend voordeel is dat doseurs eenvoudig te wisselen en uit te breiden zijn wanneer bijvoorbeeld de inzet van het materieel wijzigt”, aldus Pauwels.
Criteria voor standaard installaties
Wat de samenwerking met Groeneveld heel specifiek maakt, is het feit dat Ondernemingen Jan De Nul een aantal criteria oplegt waaraan het een standaard installatie wil zien voldoen. Zo dient er bijvoorbeeld steevast een vetreservoir van 8 kg voorzien te worden, zijn er twee manometers nodig voor de opvolging van de druk in het systeem en gelden er specifieke richt-lijnen voor de plaatsingen van de reservoirs. Bovendien zijn de richtlijnen vaak afgestemd op de verschillende types van een bepaald merk. Berry van Spreeuwel, Operations Manager Benelux en Duitsland bij Groeneveld: “De samenwerking met Ondernemingen Jan De Nul loopt zeer vlot en er zijn heel duidelijke afspraken gemaakt rond het opbouwen van de centrale vetsmering op nieuwe en bestaande machines. Samen met Peter Pauwels van Jan de Nul hebben we drie standaard opbouwsets samengesteld. Wanneer we een opdracht ontvangen, stellen we de installatie af in functie van het type werk dat de machine voorgeschoteld zal krijgen. Een instelling voor een machine die voortdurend in het water werkt, is bijvoorbeeld anders dan een graafmachine die de hele dag in het zand staat te draaien. “
Pennen- en bussenwissel
Met automatische smering winnen we in deze periode minstens één volledige pennen- en bussenwissel.
Centrale vetsmering zorgt ervoor dat de stilstand van de machines tot een minimum herleid wordt. “Het hoeft geen betoog dat een project zoals dit onder enorme tijdsdruk staat”, gaat Peter Pauwels verder. “Naast tijd is het winnen van een pennen- en bussenwissel misschien nog het belangrijkste criterium om vol in te zetten op centrale vetsmering. Een gemiddelde 35 T-graafmachine loopt bij ons 12.000 tot 13.000 uren. Met automatische smering winnen we in deze periode minstens één volledige pennen- en bussenwissel. We hebben berekend dat zeker één installatie terugbetaald kan worden tussen de 4000 en 5000 uren, puur rekening houdend met de uren van de machinist en de draaikosten.”
Opleiding en training
Groeneveld legt zich niet enkel toe op technische ondersteuning op het werkterrein, maar herbergt in zijn vestiging in Gorinchem ook een opleidingscentrum. De technici van Ondernemingen Jan De Nul kunnen hier eveneens terecht voor de nodige vorming en training. “We trachten een probleem steeds zelf op te lossen vooraleer we hulp inschakelen”, stelt Peter Pauwels. “Ook op een training bereiden we ons voor. Onze mensen hebben eerst al een stuk ervaring opgedaan met de werking van de Groeneveld-systemen vooraleer ze naar een opleiding vertrekken. De ervaring leert ons dat een training dan veel efficiënter werkt. Ook op dat vlak is de samenwerking tussen Ondernemingen Jan de Nul en Groeneveld uitstekend te noemen.”
